Arbeidscontracten worden vaak beëindigd door middel van een beëindigingsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer. Daarin spreken zij af welke rechten en verplichtingen zij over en weer nog hebben bij de beëindiging en daarna. Bijvoorbeeld het recht van een werknemer op een beëindigingsvergoeding of het verval van relatie- en non-concurrentiebedingen. Om onzekerheid te voorkomen over (het bestaan van) eventuele andere rechten en verplichtingen die niet in de beëindigingsovereenkomst zijn genoemd, spreken partijen daarnaast meestal af dat zij elkaar finale kwijting verlenen. Dat houdt in dat de werkgever en de werknemer niets meer van elkaar te vorderen hebben (afgezien van de afspraken in de beëindigingsovereenkomst). Normaal gesproken kunnen partijen dan achteraf niet meer van elkaar vorderen. Dat geldt echter niet altijd, zo blijkt onder andere uit een uitspraak van de Kantonrechter Amsterdam van 17 juli 2013.
In die zaak had de werknemer haar werkgever, na een onbetaald verlof van zes maanden, gevraagd in te stemmen met beëindiging via een beëindigingsovereenkomst. De werkgever stemde daarmee in en partijen verleenden elkaar finale kwijting over en weer. Achteraf kwam de werkgever er echter achter dat zij ten onrechte loon aan de werknemer had doorbetaald gedurende het onbetaalde verlof. De werknemer had daarover niets gezegd bij het sluiten van de beëindigingsovereenkomst en het afspreken van finale kwijting. De werkgever is vervolgens een procedure gestart bij de Kantonrechter Amsterdam waarin zij van de werknemer terugbetaling van het teveel betaalde loon vorderde.
De Kantonrechter besliste in deze zaak dat de finale kwijtingsafspraak in de beëindigingsovereenkomst niet zo ruim kon worden uitgelegd dat daaronder ook viel de vordering van werkgever wegens teveel betaald loon. In deze situatie, waarin de werknemer bewust niets had gezegd terwijl de werkgever niet wist dat zij teveel had betaald, rustte op grond van de eisen die in redelijkheid aan een goed werknemer mogen worden gesteld een spreekplicht. De werknemer moest het teveel ontvangen loon aan de werkgever terugbetalen.
Een finale kwijtingsafspraak zal in de meeste situaties betekenen dat de werkgever en de werknemer niets meer van elkaar kunnen vorderen. Maar in sommige uitzonderlijke situaties kan dat dus wel. Vooral wanneer één van partijen achteraf niet te goeder trouw blijkt te zijn geweest bij het maken van die afspraak en heeft gezwegen waar zij had moeten spreken.