In een recente zaak van de Rechtbank Amsterdam oordeelde de kort geding rechter over het al dan niet als ‘onredelijk’ verklaren van het door werkgever en werknemer overeengekomen concurrentiebeding dat een wereldwijde omvang had.
Wat was er aan de hand? Werknemer is nog geen twee jaar bij werkgever in dienst op het moment dat hij zijn arbeidsovereenkomst opzegt om voor de concurrent te gaan werken.
De concurrent heeft werknemer tot tweemaal toe benaderd voor deze baan. Een half jaar voordat werknemer toch overstag ging heeft werkgever hem een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden met daarin behoud van zijn concurrentiebeding. Het concurrentiebeding heeft een wereldwijd bereik nu werkgever in de online-reisbranche werkzaam is. Werknemer stemde hier mee in.
Werkgever stelt dat werknemer voor haar belangrijkste concurrent gaat werken en werknemer over “cruciale, zeer vertrouwelijke kennis van haar bedrijf” beschikt. Juist om die reden zijn partijen het concurrentiebeding overeengekomen. Om die reden vordert werkgever een verbod tot indiensttreding (werknemer mag niet bij de concurrent in dienst treden) en een gebod tot naleving van het concurrentiebeding.
Werknemer stelt dat hij door het concurrentiebeding te veel in zijn mogelijkheden wordt beperkt; bij de concurrent kan hij veel meer verdienen en ook zou de concurrent zich niet hoofdzakelijk bezig houden met de kernactiviteiten van werkgever.
De kort geding rechter oordeelt dat (i) het concurrentiebeding geldig is overeengekomen en (ii) de werkzaamheden van de concurrent in kwestie ook onder het bereik van het concurrentiebeding vallen. Bovendien wordt werknemer – in verhouding tot het te beschermen belang van werkgever – niet onredelijk door het concurrentiebeding benadeeld. Het wereldwijde bereik van het concurrentiebeding is niet onnodig ruim, nu de activiteiten van werkgever overal ter wereld mogelijk zijn en het voor de hand ligt dat de concurrent werknemer juist nu dit goede aanbod heeft gedaan omdat werknemer over specifieke kennis van werkgever beschikt. De vorderingen van werkgever worden toegewezen.
Deze uitspraak is voor werknemers van belang eens te meer heel goed te beseffen waarmee je instemt en wat de gevolgen van een rechtsgeldig overeengekomen concurrentiebeding kunnen zijn.