Ongelukken op de werkvloer: de zorgplicht van de werkgever (Hoge Raad 14 juni 2013)
Op werkgevers rust een bijzondere wettelijke zorgplicht om arbeidsongevallen en schade voor werknemers te voorkomen door een veilige werkomgeving te creëren en voorzorgsmaatregelen te nemen zoals bijvoorbeeld veilig gereedschap, werkinstructies en waarschuwingsborden bij machines. Dit geldt overigens niet alleen voor ‘gevaarlijke’ werkplekken, zoals bijvoorbeeld fabriekshallen waar wordt gewerkt met machines die ernstig letsel zouden kunnen veroorzaken, maar ook voor kantoren, winkels et cetera. Schending van de zorgplicht en aansprakelijkheid van de werkgever wordt doorgaans snel aangenomen als zich een ongeluk op de werkvloer voordoet. Maar niet altijd. Soms is gewoon sprake van een ongeluk dat niet had kunnen worden voorkomen. Als de werkgever voldoende voorzorgsmaatregelen heeft genomen, zullen minder ongelukken plaatsvinden en zal ook minder snel sprake zijn van aansprakelijkheid van de werkgever als er toch iets gebeurt. Dat blijkt ook uit de volgende zaak.
Een vrachtwagenchauffeur is tijdens het lossen van de laadklep van zijn vrachtwagen gevallen, brak zijn heup en raakte arbeidsongeschikt. De werknemer stelde zijn werkgever vervolgens aansprakelijk voor zijn schade op grond van schending van de zorgplicht. De laadklep waarop hij aan het lossen was, was volgens hem te glad waardoor hij kon uitglijden. De werkgever had onvoldoende voorzorgsmaatregelen genomen om het ongeluk te voorkomen. De werkgever stelde op zijn beurt echter dat de laadklep niet te glad was en dat voorzorgsmaatregelen ook niet zouden hebben geholpen. De werknemer was namelijk niet uitgegleden, maar met zijn voet onder een pallet blijven haken. Tegen zo’n ongeluk kon de werkgever geen maatregelen nemen. De werknemer startte vervolgens een zaak bij de Rechtbank waarin hij vaststelling vroeg van de aansprakelijkheid van de werkgever. De rechtbank oordeelde dat de werkgever inderdaad te weinig voorzorgsmaatregelen had genomen om het ongeluk te voorkomen, en wees de vordering van de werknemer toe. De werkgever ging echter in hoger beroep bij het Hof en moest toen, via het horen van getuigen, bewijzen dat de laadklep niet te glad was en het profiel daarop niet was versleten. Alle getuigen (andere werknemers) verklaarden dat de laadklep niet versleten was. Het slachtoffer zelf verklaarde ook nog dat hij waarschijnlijk ook zou zijn gevallen als de laadklep wel voldoende profiel zou hebben gehad. Het Hof wees de vordering van de werknemer daarom alsnog af. De werkgever had haar zorgplicht niet geschonden en voldoende zorg gedragen voor een veilige werkplek. Er was sprake van een ongeluk dat niet door de werkgever was te voorkomen, en de schadelijke gevolgen daarvan bleven daarom voor rekening van de werknemer.
De werkgever is dus niet altijd aansprakelijk. Bij de beoordeling zijn van groot belang de feitelijke omstandigheden waaronder bijvoorbeeld de mate van gevaar, de te verwachten gevolgen bij verwezenlijking van dat gevaar, de kosten die de werkgever moet maken om het gevaar af te wenden en de werkervaring van de werknemer. Als werkgever dien je alle redelijke voorzorgsmaatregelen te treffen, terwijl je als werknemer ook voorzichtig dient te zijn en je verantwoordelijk te gedragen.