Afspiegelingsbeginsel
Bij een reorganisatie dient het afspiegelingsbeginsel te worden toegepast.
De werknemers die ontslagen moeten worden, moeten worden ingedeeld in groepen van uitwisselbare functies. Uitwisselbare functies zijn banen die vergelijkbaar zijn wat betreft functie-inhoud, vereiste kennis, vaardigheden en competenties, en niveau en beloning. Het aantal werknemers binnen een groep uitwisselbare functies moet worden verdeeld over 5 leeftijdscategorieën:
- 15 tot en met 24 jaar;
- 25 tot en met 34 jaar;
- 35 tot en met 44 jaar;
- 45 tot en met 54 jaar;
- 55 jaar en ouder.
Per leeftijdscategorie mag de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag worden voorgedragen.
Van het afspiegelingsbeginsel mag in de volgende gevallen worden afgeweken:
het bedrijf gaat sluiten;
- er vervalt een unieke functie die slechts door één werknemer wordt ingevuld;
- er vervalt een categorie uitwisselbare functies;
Voorts mag van het afspiegelingsbeginsel worden afgeweken:
- als een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule door uitzendwerkgevers en andere werkgevers die werknemers onder toezicht en leiding van een derde laten werken;
- in geval van een onmisbare werknemer, te weten een werknemer met kennis en vaardigheden die zo belangrijk zijn voor het functioneren van het bedrijf dat in zijn plaats een andere werknemer voor ontslag moet worden voorgedragen;
- als een werknemer die voor ontslag in aanmerking zou komen op grond van het afspiegelingsbeginsel een zwakke arbeidsmarktpositie heeft. De werknemer die daarna voor ontslag in aanmerking zou komen moet dan wel een sterkere positie hebben.